Wij leven tegenwoordig in een maatschappij die volkomen wordt geregeerd door marktwerking. Alles, maar dan ook letterlijk, alles is commercieel en dingen die vroeger vanzelfsprekend waren bestaan niet meer.
Vroeger, toen ons land nog zelfstandig was en wij een eigen munteenheid hadden die de mooie naam Gulden droeg, toen hadden wij ook iets dat ziekenfonds heette.
In die dagen ging iedereen die een bepaalde klacht had gewoon naar de huisarts, zonder daar eerst over te gaan zitten dubben en rekenen. Dat was de tijd dat eigen risico iets was, wat je wel eens zag op een polis van een autoverzekering, maar het was niet iets dat je tegen kwam op medisch gebied.
Tegenwoordig zijn er duizenden en duizenden mensen in ons land die niet naar een dokter gaan, omdat het gevolg van een bezoek aan de dokter misschien wel eens een onderzoek in een ziekenhuis kan zijn en dan volgt er onherroepelijk een forse rekening voor eigen risico.
Wanneer je als gemeenschap bent aangeland in een positie waar je medebewoners geen medische behandeling nemen omdat ze worden tegen gehouden door geldgebrek, dan is er iets goeds mis met die maatschappij.
De hele zorg en alles wat er omheen hangt is een industrie geworden. Een industrie die niet als doel heeft mensen beter te maken, maar die een primair doel heeft om geld te verdienen.
Steeds meer zorginstellingen zijn tegenwoordig een onderneming. En per definitie is het hoofddoel van een onderneming om winst te maken, al het andere is secundair.
Twee jaar geleden kwam het volgende bericht in het nieuws:
Het was een belangrijke politieke overwinning voor minister Edith Schippers van VWS: ondanks veel weerstand bij de andere partijen loodste zij dit voorjaar een wetsvoorstel door de Tweede Kamer waarmee het ziekenhuizen en andere zorginstellingen onder een aantal voorwaarden vrij staat winst uit te keren.
Als dus de bevolking mooie praatjes wordt verteld door politici over hoe zorgzaam de staat is en alle zorginstellingen, dan is dat niet waar. Die instellingen zijn er om geld te verdienen voor de aandeelhouders, want het bedrag dat er aan het eind van het boekjaar onder de streep staat, daar gaat het om.
Dit alles zegt natuurlijk niets over de motieven van het personeel wat in die instellingen werkt, zij zullen dat absoluut doen met volle overgave en hart voor hun patiënten. Voor het management van de instelling, of het nu een verzorgingshuis is of een ziekenhuis ligt dat anders. Zij staan aan het eind van het jaar oog in oog met de aandeelhouders.
Wanneer dan die hele zorg een industrie is geworden waarbij het hoofdmotief geld verdienen is, dan komt automatisch het welzijn van de patiënt op een lagere positie terecht. Als het management moet kiezen tussen tevreden aandeelhouders aan het eind van het jaar of tevreden patiënten, dan is de keus niet zo moeilijk.
De volgende zin komt uit de Wikepedia:
De trend om ziekenhuizen te commercialiseren is niet zonder risico. Epidemiologisch onderzoek van de Canadese overheid naar het sterftecijfer waarbij commerciële ziekenhuizen en niet-commerciële ziekenhuizen worden vergeleken, heeft aangetoond dat het sterftecijfer hoger is in commerciële ziekenhuizen.
Dus, wie heeft er ooit bedacht dat een honderd procent commercieel zorgsysteem beter zou zijn voor de bevolking? Want, dat is het niet.
In de tijd dat wij nog een ziekenfonds hadden werkte eenieder die in die bepaalde tak werkte daar omdat ze van het vak hielden. Ze voelden zich aangetrokken om mensen te genezen of zieken te verzorgen. Het woord geld kwam in dat hele verhaal nauwelijks naar voren.
Misschien wordt het hoog tijd dat een aantal slimme koppen eens om tafel gaat zitten en uitwerken hoe ons zorgsysteem er nu uit zou zien als we weer terug gingen naar het ziekenfonds.
En dan even alle rampspoed en tegenslagverhalen die dan ongetwijfeld zullen komen van hen die nu goed geld verdienen in die “industrietak” even naast ons neerleggen.
Het punt waarop je al onmiddellijk scoort is dat er niet meer miljoenen en miljoenen euro’s winst gemaakt hoeft te worden. Er moet een begroting komen die kostendekkend is, meer niet.
Het personeel in de zorg zou weer juichend aan het werk gaan en ze zouden weer net als vroeger even tijd hebben voor een praatje met de patiënten of bewoners. Ze zouden worden verlost van een hoop rompslomp aan papierwerk en gewoon weer die dingen doen die ze het liefste doen.
We zouden weer gewoon een ziekenfondspremie betalen, net als vroeger. Niemand zou zich meer druk hoeven maken over eigen risico en weer gewoon naar een dokter gaan op een moment dat dit nodig is.
En wanneer bij de overheid dan een aantal “ambtenaren” zou worden vervangen door ervaren mensen uit het bedrijfsleven om te zorgen dat er geen onnodig geld over de balk werd gesmeten, dan zou een efficiënt ziekenfonds via onze eigen overheid een perfecte oplossing zijn voor de meeste inwoners van dit land.
Het argument dat gegarandeerd terug gaat komen is dat dan de kosten te hoog zouden zijn.
Dat is nog maar de vraag en als dit wel zo zou zijn, dan is het ook gelijk tijd om eens goed te overdenken of we nog steeds ieder jaar andere landen willen subsidiëren.
Volgens Elsevier:
In de periode 2014-2020 zal ons land 48,1 miljard euro afdragen aan Brussel.
De meest logische oplossing ligt voor de hand en die zal ongetwijfeld de bureaucraten in Brussel niet gelukkig maken, maar wel veel inwoners van dit land.
