Bevolking beetgenomen met invoering Euro

Op 1 januari 2002 kregen wij allemaal te maken met de euro als wettig betaalmiddel ter vervanging van de oude vertrouwde gulden. En daarmee was, in ieder geval voorlopig, een einde gekomen aan het guldentijdperk.

Nu is er altijd beweerd dat bij die omschakeling de bevolking geen verlies zou lijden. Echter, de feiten laten een totaal ander beeld zien:

Ongeveer een maand na de invoering van de euro, eind januari 2002 viel het volgende te lezen:

“President N. Wellink van De Nederlandsche Bank(DNB) verwacht dat de prijzen door de komst van de euro iets omhoog zijn gegaan.
Wellink rekent, met een slag om de arm, op een toename van het prijspeil in januari van 0,25 procent. “Op langere termijn zal het effect negatief zijn. De euro zal door de concurrentie uiteindelijk leiden tot lagere prijzen”, aldus Wellink maandag na afloop van een bijeenkomst van het Euroforum in Utrecht”.
Onze centrale bank verwachtte dus zelfs dat de prijzen op termijn lager zouden worden door de euro.

Tien jaar later, in 2012, weet de NOS het volgende te vertellen:

“De inflatie in ons land is sinds de invoering van de euro gemiddeld uitgekomen op minder dan 2 procent. Het is het laagste percentage over een tienjaarsperiode sinds de Tweede Wereldoorlog. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek door de prijsstijgingen van de voorbije decennia op een rijtje te zetten.

Op 1 januari was het tien jaar geleden dat de euro werd ingevoerd. Veel mensen vinden dat het leven door de komst van de euro veel duurder is geworden. Maar De Nederlandsche Bank heeft dit altijd ontkend en noemt het verschijnsel gevoelsinflatie. Ook uit aankoopbonnetjes van toen en nu blijkt dat we voor onze dagelijkse boodschappen nauwelijks meer kwijt zijn. Hetzelfde bleek uit onderzoek in België door de VRT”.

Bij de Telegraaf werd gisteren de volgende brief van een lezer gepubliceerd:

“Alfred Kerkvliet vertelt: „De euro heeft geen prijsverhogingen bewerkstelligd in Nederland? Wat een leugen en dat nog verkondigen zonder in lachen uit te barsten. Een voorbeeld: de dag voor de euro was er een bedrijf die voor zijn buitendienstmonteurs 45 gulden per uur berekende. Op de dag dat de euro ons werd opgelegd werd het € 49,-? Een kleine beurt bij een garage was 114 gulden, nu € 145,- dus 180% duurder. En dat is goedkoop, want voor een Fiat Bravo is het € 373,- Salarissen staan op dezelfde peil als in 2000 en we komen nu 30% tekort. Nee, de euro heeft ons vooruitgang gebracht!”

Dat Alfred Kerkvliet volkomen gelijk heeft, bewijst het volgende stuk uit het AD van 28 mei 2003, ruim een jaar na invoering van de euro.
“De prijzen zijn in de afgelopen vijf jaar spectaculair gestegen. Dat blijkt uit een onderzoek van HP/De Tijd. Het opinieblad vergeleek aan de hand van kassabonnen uit 1998, 2000 en 2003 de prijzen van honderd producten en diensten. De gemiddelde prijsstijging bedroeg liefst 49 procent.

HP becijferde niet alleen wat de consument extra voor zijn dagelijkse boodschappen is gaan betalen (een kwart). Het blad besteedde ook aandacht aan zaken als lichamelijke verzorging (+ 61 procent), vervoer (+ 36 procent) en horecabezoek (+ 42 procent).

Meest in het oog springend is de stijging van de nominale ziekenfondspremie, van 13,08 gulden naar 21,45 euro (47,27 gulden). Dat is een toename van 261 procent. Vooral voor de luxe dingen is de Nederlander fors meer gaan betalen. Zo werd de Albert Heijn bezorgservice 150 procent duurder, een telefoontje naar KPN inlichtingen binnenland 167 procent, een glaasje bier 52 procent en een Vietnamese loempia 76 procent.

Ook de meer alledaagse producten, zoals een pot Calvé pindakaas (50 procent) en een strippenkaart (21 procent), gingen in prijs omhoog. De prijzen stegen na 2000 sterker, in de aanloop naar de invoering van de euro als betaalmiddel.

Minister De Geus van Sociale Zaken wil eerst het onderzoek bestuderen, maar noemde in een eerste reactie de gemiddelde prijsstijging “een ongelofelijk getal”. “Ik weet niet of ik dit moet geloven. Er zijn ook onderzoeken die stijgingen van 20 à 25 procent laten zien”, aldus De Geus. Volgens de bewindsman zijn de eerste levensbehoeften de laatste jaren gemiddeld met niet meer dan 3 à 5 procent gestegen”.

En zo zijn er nog talloze voorbeelden te vinden.

In 2000 kostte een kaartje voor Artis 26,50 gulden en in 2003 14,00 euro (30,85 gulden). Een krat Heinekenbier kostte in 2000 17,95 gulden en in 2003 10,29 (22,68 gulden).

En in 1998 betaalde je voor 150 ml Nivea huid crème 2,98 gulden en in 2003 2,59 euro voor hetzelfde potje, meer dan het dubbele.

Wanneer je een beetje gaat zoeken op internet vindt je talloze voorbeelden die aantonen dat de lezer van de Telegraaf helemaal gelijk heeft en dat de bevolking, zoals zo vaak gebeurd, weer eens is beetgenomen.

forum Discussieer verder over dit onderwerp op ons forum!