Het lijkt allemaal een aardig oneerlijk spel te worden voor kleine landen binnen de Europese Gemeenschap zoals Nederland en België.
Ze doen hun uiterste best bedrijven aan te trekken vanuit het buitenland met het idee dat deze en investeringen zullen doen en misschien gaan zorgen voor werkgelegenheid.
Dan is het natuurlijk niet zo vreemd dat je een aantal leuke voorwaarden voor dat soort bedrijven weet te scheppen zoals bepaalde belastingvoordelen.
En dat mag dan weer niet van Europa. Het lijkt alsof landen steeds minder hebben in te brengen in hun eigen land en dat zelfstandigheid iets is uit een geschiedenisboek.
Zo komt er nu het bericht dat België beroep heeft aangetekend tegen het besluit van de Europese Commissie dat het land onterecht bepaalde belastingvoordelen heeft gegeven aan grote multinationals en dat ze dit terug moeten vorderen.
Volgens een uitspraak van die Europese Commissie heeft Belgie onterecht aan zo’n 35 bedrijven voordeel gegeven waar dit niet mocht en moeten ze dat voordeel nu terug gaan vorderen bij die bedrijven. Volgens de EU Commissie was hier sprake van onwettige staatsteun.
Op zich had die commissie wel een punt omdat die grote multinationals waar het hier om gaat door die belastingmaatregel vanwege hun internationale constructies in verhouding minder belasting betaalde dan concurrenten die kleiner zijn.
Het bedrag dat België terug moet gaan vorderen is niet mis. Het gaan om een bedrag van bijna een miljard Euro, namelijk 942 miljoen Euro.
Belgie heeft die terugvordering nog niet gestart omdat het hoger beroep heeft aangetekend tegen het besluit van de Europese Commissie.
Hetzelfde geldt voor Nederland die ook beroep heeft aangetekend tegen voor haar ongunstige uitspraken van die Europese Commissie voor wat belastingvoordeel voor bedrijven zoals de Amerikaanse koffieketen Starbucks.
De Belgische Minister van Financiën, Johan van Overtveldt, heeft gewaarschuwd dat wanneer België dit soort bedragen echt terug gaat vorderen, dit weleens gevolgen zou kunnen hebben voor de economie.
Afgezien van dit alles, zal het ook juridische een heel interessante zaak worden. Wanneer een bedrijf een afspraak met de wettelijke overheid van een land, dan mag dat bedrijf er toch vanuit gaan dat het land deze afspraak nakomt. Er zal waarschijnlijk niet in de gesloten overeenkomst met die bedrijven hebben gestaan dat de deal afhankelijk was van goedkeuring door de Europese Commissie.
En wanneer dat het geval is, dan kan de overheid naar alle waarschijnlijk die bedragen juridisch niet terug vorderen, hoogstens de bestaande situatie aanpassen.
Dit alles betekent dan weer dat als beide landen ook het beroep verliezen de belastingbetaler zal opdraaien voor de kosten, omdat het in de praktijk simpelweg niet te verhalen zal zijn op de bedrijven.
Erger nog, die zullen niet blij zijn dat hun bestaande belastingposities ten nadele voor hen zullen worden veranderd en dit kon inderdaad wel eens serieuze economische consequenties hebben.
Een ander punt waar totaal niet over wordt gesproken is de geloofwaardigheid van overheden. Wat is het woord van een overheid binnen de Europese Unie nog waard wanneer zij zelfstandig beslissingen neemt die door een Europese Commissie niet alleen van tafel worden geveegd, maar waarbij die overheden ook nog een keer de boodschap mee krijgen om het geld terug te gaan halen.
Als dit voor ons inwoners allemaal al moeilijk te begrijpen is, dan kan je je voorstellen dat bedrijven uit andere delen van de wereld er helemaal niets meer van begrijpen. Voor hen is waarschijnlijk een overheid de hoogste instantie in een land waarmee je afspraken kunt maken.
