Als je de film, The Big Short, nog niet hebt gekeken, dan bij een aanrader om dat wel te gaan doen.
The Big Short is gebaseerd op het boek van Michael Lewis, waarin wordt gekeken naar hoe het mogelijk was dat in dat jaar de wereld in de greep raakte van zo’n buitengewone financiële crisis en er maar een handvol mensen waren die het aan zagen komen.
De film begint met het stellen van wat eenvoudige vragen over de wereldwijde financiële meltdown.
Wall Street zag het niet aankomen, de Federal Reserve zag het niet aankomen, de overheid zag het niet aankomen, niet een groot financieel instituut zag het aankomen, de huizenbouwers zagen het niet aankomen.
Hoe kan het dan dat een handvol mensen zagen wat er ging komen? Hoe konden zij dingen zien die niemand anders zag?
Simpel. Zij keken.
Voor iedereen in die tijd die keek was het duidelijk dat de bank en huizenbubbel in het begin van de nieuwe eeuw was gebouwd op drijfzand. De gegevens waren allemaal voorhanden.
Gezien het feit dat de financiële over een bijzonder slecht korte termijn geheugen schijnt te bezitten en tevens de capaciteit bezit om zelfs grotere fouten dan voorheen te maken, bevinden wij ons vandaag de dag in een sterk vergelijkbare positie met destijds.
Wederom verkeert het financiële systeem in een beklagenswaardige staat. En de gegevens zijn beschikbaar voor een ieder die de moeite neemt om te kijken.
Destijds in 2008 werd een groot deel van de ramp veroorzaakt door de implosie van de zogenaamde “subprime” leningen in de huizenmarkt. Leningen die waren verstrekt aan mensen die absoluut niet kredietwaardig waren. Banken geven dit soort leningen met jouw geld.
Het beste voorbeeld uit die tijd is misschien wel Johnny Moon, een dakloze zonder inkomen of werkhistorie die in staat was om 600.000 Dollar te lenen om in onroerend goed te gaan speculeren.
De totale waarde van die subprime leningen was ongeveer 1,3 biljoen Euro.
Er is niet veel veranderd.
In 2016 wordt er niet meer geld geleend aan niet kredietwaardige huizenkopers, maar het financiële systeem geeft nu leningen aan failliete overheden.
Ze gaan zelfs nu nog verder door het betalen van overheden wanneer ze geld lenen tegen een negatieve rente.
Japan is een prachtig voorbeeld.
Alhoewel de Japanse staatsschuld meer dan 200 procent van het BBP bedraagt en er 25 procent van de belastinginkomsten nodig zijn om de rente op de schuld te betalen, kan de Japanse overheid geld lenen voor een periode van tien tegen een negatieve rente.
Dat betekent dat investeerders gegarandeerd geld gaan verliezen. En dat is totale waanzin.
Maar, wat nog veel erger is, is dat de bel op dit moment een ruim 7 biljoen Dollar groot is, veel groter dan de bubbel uit 2008. En het wordt met de dag groter.
Om te denken dat het dit keer wel anders zal gaan lopen is echt dom.
In 2008 bedroeg de Amerikaanse staatsschuld slechts 9,5 biljoen Dollar. De balans van de Federal Reserve liet een totaalbedrag van 850 miljard Dollar zien en de rente was hoger dan 4 procent.
Toen hadden ze in ieder geval de mogelijkheid om de rente te verlagen en de crisis te bestrijden met de geijkte middelen.
Vandaag de dag bedraagt de Amerikaanse staatsschuld meer dan 19 biljoen Dollar, aanzienlijk hoger dan 100 procent van het BBP.
Ze moeten geld lenen om alleen de rente te kunnen betalen en ze hebben talloze pensioenfondsen die aan de rand van een faillissement staan.
De balans van de Federal Reserve is geëxplodeerd naar 4,5 biljoen Dollar en de rente zit nog maar net boven de nul procent.
De overheid heeft geen geld om voor wie dan ook een bailout te doen. De Federal Reserve heeft geen mogelijkheden meer om extra geld te drukken en haar balans verder te vergroten zonder het veroorzaken van een grote valutacrisis.
Om het even heel eenvoudig te houden. De bel is net zo groot als in 2008, maar veel groter. En de financiële gemeenschap heeft geen ammunitie meer om het te bestrijden.
